
Spreekwoorden: (1914)
In zijn hum (soms hummes) zijnd.w.z. goed gemutst zijn, goed geluimd zijn; eig. in zijn humeur zijn (vgl. deli = delicaat; gym = gymnasium; prof = professor; soos = societeit; photo = photografie). Vgl. Prikk. V, 25; Lvl. 138: Breemantel schijnt van avond bizonder in z'n hum; zie ook bl. 191; Lev. B...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
In zijn hum (soms hummes) zijnd.w.z. goed gemutst zijn, goed geluimd zijn; eig. in zijn humeur zijn (vgl. deli = delicaat; gym = gymnasium; prof = professor; soos = societeit; photo = photografie). Vgl. Prikk. V, 25; Lvl. 138: Breemantel schijnt van avond bizonder in z'n hum; zie ook bl. 191; Lev. B...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.